Gember

Gember is afkomstig van de tropische gemberplant. Zo mooi als haar bloemen bloeien, zo heerlijk scherp smaakt haar specerij. De smaak van gember is zeer herkenbaar et doet vaak wat aan zeep denken, maar desondanks wordt het meer en meer onmisbaar in onder andere Aziatische gerechten en vooral in de Chinese keuken.

Verse gember in de keuken wordt geschild en vervolgens geraspt of gesneden in brunoise of julienne. De fijngeraspte gemberwortel smaakt heerlijk bij marinades, vinaigrettes, sauzen, vlees, gevogelte, bouillon of soepen. Ook bij fruit, als bananen en appelen, past gember uitstekend. Een goede tip: de smaak van gember blijft echter het best behouden als je hem pas tegen het einde van de kooktijd toevoegt. Als je de gember meekookt of meebakt, wordt de smaak minder sterk.

Ben je een zoetekauw en hou je wel van een lekker dessert? Dan is het goed om te weten dat verse gember ook kan worden gekonfijt in een zware suikersiroop, dewelke verkrijgbaar is in je plaatselijke supermarkt onder de naam "stemginger". Je kan het zo eten of je kan het gebruiken bij de bereiding van zoete nagerechten. Je vindt hem ook vaak terug in jam en bonbons.

Als afsluiter nog een weetje: voor sommigen is gember een afrodisiacum en wekt het de eetlust op (en er zijn nog een hoop andere voordelen van gember!). Zo serveerde Madame du Barry – één van de minnaressen van Lodewijk XV – haar minnaars een drankje van eieren en gember. Dat zou hen tot onbeheersbare wellust drijven.